Veiligheidsvergrendeling

Wat is een veiligheidsvergrendeling?

Een veiligheidsvergrendeling op de deur beveiligt de toegang tot de installatie.

Een veiligheidsvergrendeling is een blokkeerinrichting met vergrendeling. Deze wordt op beweegbare afschermingen aangebracht. De veiligheidsvergrendeling voorkomt dat er na het openen van het hek een gevaarlijke machinefunctie wordt uitgevoerd. Het hek wordt dankzij de veiligheidsschakelaar met vergrendeling gesloten en vergrendeld zolang de gevaarlijke beweging voor de bediener aanwezig is.

Normatieve achtergrond

De eisen aan blokkeerinrichtingen met en zonder vergrendeling zijn in de EN ISO 14119 gedefinieerd. Deze norm definieert grondbeginselen voor het ontwerp en de keuze van blokkeerinrichtingen. Deze zijn op basis van werkingsprincipes en bediening onderverdeeld in vier types.

  • Types 1 en 3 omvatten positieschakelaars met niet-gecodeerde actuator, waarbij nog meer veiligheidsmaatregelen nodig zijn voor de manipulatiebeveiliging. Type 1 wordt mechanisch bediend en type 3 contactloos, bijvoorbeeld inductief.
  • Types 2 en 4 zijn blokkeerinrichtingen met gecodeerde actuator. Een gecodeerde actuator is een speciaal ontworpen bedieningselement dat bij een toegewezen positieschakelaar hoort. Tot type 2 behoren mechanische veiligheidsvergrendelingen, tot type 4 op RFID gebaseerde veiligheidsvergrendelingen.
Tekst EN ISO 14119 in verschillende kleuren en groottes

De ISO 14119 schrijft ook voor dat een blokkeerinrichting met vergrendeling de gevaarlijke machinefuncties pas mag uitvoeren als de afscherming gesloten en vergrendeld is. De veiligheidsvoorziening wordt pas ontgrendeld als de machine zich in een veilige toestand bevindt of volledig is gestopt. Het hek kan pas worden geopend als er geen gevaar meer van de machine uitgaat. De afscherming blijft gesloten en vergrendeld totdat het risico door de met de afscherming "beveiligde" gevaarlijke machinefuncties niet meer bestaat.

Welke soorten veiligheidsvergrendeling zijn er?

  • Procesvergrendeling
    Als de tijd tot het bereiken van de gevaarlijke plek langer dan de nalooptijd is, volstaat een procesvergrendeling. Voor de zuivere procesbeveiliging is een vergrendeling volgens bijvoorbeeld het arbeidsstroomprincipe voldoende. Daarbij vindt de vergrendeling door middel van een magneet plaats – voor de ontgrendeling wordt de magneet weer gedeactiveerd.

    De afscherming kan op elk moment door de bediener worden ontgrendeld. Na het starten van de ontgrendeling genereert de vergrendeling onmiddellijk een stopcommando. Dit wordt ontgrendeling zonder voorwaarde genoemd. Een werkingsprincipe van bijvoorbeeld de elektromagnetische veiligheidsvergrendeling PSENslock 2 van Pilz.
Afbeelding waarop drie rasters en een slotsymbool te zien zijn
  • Veilige vergrendeling voor bescherming van personen
    Als de ingrijptijd korter dan de nalooptijd is, is een veilige vergrendeling noodzakelijk voor de bescherming van personen. De afscherming kan pas worden ontgrendeld als de gevaarlijke machinefuncties zijn beëindigd. Dit wordt ontgrendeling met voorwaarde genoemd.

Bij de veilige vergrendeling worden twee vergrendelingsprincipes toegepast:

  • Ruststroomprincipe
    Voor het activeren van de vergrendeling wordt een veer gebruikt, voor het openen van de vergrendeling een magneet. De mechanische veiligheidsvergrendeling PSENmech van Pilz maakt zo'n veilige vergrendeling tot PL c mogelijk, met foutuitsluiting (bijvoorbeeld bij het gebruik van een veiligheidsgrendel) tot PL d.
     
  • Bistabiel principe
    Bij deze opbouw verandert de stand van de vergrendeling niet als de stroom uitvalt. In plaats daarvan moet er stroom worden toegepast om de vergrendeling in de telkens andere toestand te brengen. Aangezien de stand van de vergrendeling bij een stroomstoring niet verandert, garandeert dit principe een hoge veiligheid. Bij een stroomstoring blijft de laatste toestand behouden.

De tweekanaals aansturing van de vergrendeling vergrendelt of ontgrendelt alleen als beide kanalen veilig hebben geschakeld. Het detecteert bovendien storingen, zoals kortsluiting, die tot een uitschakeling van de OSSD-uitgangen (Output Signal Switching Device) leiden en voorkomt het onbedoeld openen van de deur, zelfs bij een storing. Bij Pilz wordt dit principe met de veiligheidsvergrendelingen PSENmlock en PSENmlock mini toegepast.

<span style="font-family:"Arial",sans-serif">Het ruststroomprincipe en bistabiele principe garanderen dat de vergrendeling bij een stroomstoring gesloten blijft. Een vergrendeling voor de bescherming van personen moet gebruikmaken van een van deze twee principes.

In welke sectoren worden veiligheidsvergrendelingen gebruikt?

Veiligheidsvergrendelingen worden overal gebruikt waar veiligheidsvoorzieningen moeten worden beveiligd. Daarbij kan het zowel om begaanbare veiligheidsvoorzieningen zoals grote draai- en schuifdeuren als om niet-begaanbare veiligheidsvoorzieningen zoals kappen en kleppen gaan. Veiligheidsvoorzieningen komen op vrijwel alle machines en installaties voor, bijvoorbeeld op verpakkingsinstallaties of bewerkingscentra. Bij begaanbare veiligheidsvoorzieningen voor de bescherming van personen zijn meestal aanvullende maatregelen nodig om de veiligheidsvergrendeling te ontgrendelen. Bijvoorbeeld met een noodontgrendeling, zodat onbedoeld ingesloten personen de machine kunnen stoppen en de deur onmiddellijk kunnen openen.

Meer informatie

Hoofdkantoor

Pilz GmbH & Co. KG
Felix-Wankel-Straße 2
73760 Ostfildern

Telefoon: +49 711 3409-0
E-mail: info@pilz.de

Inside sales

Poortakkerstraat 37/0201
Gent (Sint-Denijs-Westrem)
Belgium

Telefoon: +32 9 321 75 70
E-mail: info@pilz.be

Technische ondersteuning

Telefoon: +32 (0)9 321 75 70
E-mail: techsupport@pilz.be

Was dit artikel nuttig?