Middels een switch kunnen net als bij een hub meerdere ethernet-netwerkdeelnemers stervormig met elkaar worden verbonden (fysiek).
Switches verenigen de functionaliteit van een hub met die van een bridge. Een switch "leert" het ethernetadres van de op een switchpoort aangesloten netwerkdeelnemer en stuurt daar enkel nog de datapakketten naar toe die aan deze netwerkdeelnemer zijn geadresseerd. Een uitzondering hierop vormen broadcast-meldingen, die naar alle switchpoorten worden doorgestuurd. Hier verschilt de switch wat betreft functie van een bridge, die broadcast-meldingen meestal niet doorstuurt.
Behalve switches voor 100BaseT bestaan er zogeheten autosensing switches. Deze detecteren automatisch of het aangesloten eindapparaat met 10 of 100 MBit/s werkt. Met autosensing switches kunnen oudere 10BaseT-apparaten zonder problemen worden geïntegreerd in nieuwe 100BaseT-netwerken.