Voor alle apparatuur die volgens de richtlijn als drukapparatuur wordt aangemerkt (bijvoorbeeld drukvaten of pijpleidingen), moet een aparte EG-conformiteitsverklaring worden opgesteld. Hier kan de fabrikant zelf kiezen welke beoordelingsprocedure (kwaliteitsborgingssysteem, typekeuring of afzonderlijke keuring) hij gebruikt. Verder moet er een CE-keurmerk worden aangebracht, voordat het apparaat in omloop wordt gebracht.
De Richtlijn Drukapparatuur deelt de drukapparatuur in de categorieën I t/m IV – afhankelijk van het potentiële gevaar - in. Het potentiële gevaar wordt bijvoorbeeld aan de hand van de criteria maximale bedrijfsdruk, volume of vloeistofgroep bepaald.