Besturingssystemen voor de functionele veiligheid helpen in de machine- en installatiebouw om de eisen aan de arbeids- en gezondheidsbescherming volgens de Machinerichtlijn (2006/42/EG) na te leven. Het uitgangspunt hiervoor zijn de risicoanalyse en risicobeoordeling op basis van EN ISO 12100. Deze norm beschrijft fundamentele gevaren en helpt de constructeur bij het identificeren van relevante en significante gevaren, die door risicobeperkende maatregelen tot een aanvaardbaar restrisico worden verminderd.
Veiligheidsmaatregelen volgens EN ISO 13849-1 en/of IEC 62061
Als er besturingstechnische veiligheidsmaatregelen worden toegepast, ontwerpen de fabrikanten deze volgens EN ISO 13849-1 en/of IEC 62061. De technische documentatie bevat informatie over de structuur van deze maatregelen, de veiligheidsgerelateerde betrouwbaarheid ervan en het reglementaire gebruik ervan.
Veilige toestand in de functionele veiligheid
Besturingssystemen voor de functionele veiligheid worden tegenwoordig zodanig ontworpen dat hun veilige toestand de toestand van energievrijheid is. Dat wil zeggen: alle gevaarlijke bewegingen worden gestopt. Dit is de juiste keuze voor alle machines en installaties waarbij de energiescheiding en dus een stop de veilige toestand is.
Voor steeds meer machines en installaties is echter een verhoogde beschikbaarheid nodig of vereist, bijvoorbeeld in het kader van Industrie 4.0. Bovendien leidt een "harde stop" eventueel tot andere gevaren, waarmee in de risicoanalyse rekening moet worden gehouden. Het dogma van energiescheiding, als enige reactie bij een fout, is dus niet meer van deze tijd.