Dynamische, tijdelijke toewijzing van IP-adressen uit een adressenpool DHCP wordt gebruikt om computers in een TCP/IP-netwerk automatisch en centraal te configureren. Het voordeel van deze configuratiewijze is dat die uniform en zonder handmatige ingreep plaatsvindt. De netwerkadministrator bepaalt hoe de IP-adressen moeten worden vergeven. Bovendien stelt hij vast voor welke periode ze worden vergeven. In feite heeft deze procedure het effect dat elke netwerkdeelnemer bij elke nieuwe verbinding een ander IP-adres krijgt toegewezen. Aangezien netwerkcomponenten zoals COM-servers of printservers altijd worden aangesproken via een vastgelegd IP-adres, dienen deze te worden uitgesloten van de IP-adressentoewijzing middels DHCP.